De woningmarkt herstelt, maar er zijn “enorme verschillen in het tempo en de manier waarop het herstel zich op de woningmarkt manifesteert”. Er zijn forse verschillen in de prijsontwikkeling, de verkoopsnelheid en de mate waarin woningen langdurig te koop staan. De woningmarkt vertoont momenteel een divers patroon met overbiedingen in het westen van het land en een hoog aandeel moeilijk verkoopbare woningen in het noorden en oosten van het land.
Grote verschillen tussen Randstad en rest van Nederland
Er zijn grote verschillen in het tempo van herstel op de woningmarkt.
Zijn de prijzen van woningen in delen van het westen van het land alweer op niveau van voor de crisis, in het oosten liggen deze nog 10 tot 15% hieronder (zie afbeelding). Slechts in 3 van de 405 gemeenten in Nederland (Amsterdam, Amstelveen en Diemen) is het gemiddeld prijsniveau in het derde kwartaal van 2015 boven de piek van 2008 uitgekomen. In 50 gemeenten is de gemiddelde woningprijs nog tot 5% verwijderd van de piek.
Overbiedingen versus niet verkocht krijgen
In 7% van alle woningverkopen wordt een koopsom betaald die hoger is dan de vraagprijs. In Amsterdam ligt dit percentage op 37% en in Utrecht op 13%. Kijken we naar het oosten van het land, dan komt het aandeel overbiedingen voor de gemeente Enschede uit op 4% en in Nijmegen op 7%.
Calcasa meldde vorige maand al dat op de Amsterdamse woningmarkt 48% van de woningen op of boven de vraagprijs wordt verkocht. Hier tegenover staan 58 duizend woningen in heel Nederland die moeilijk verkoopbaar zijn; zij staan al langer dan drie jaar te koop. Het aandeel moeilijk verkoopbare woningen is in het westen van het land gemiddeld 22%. Het gemiddelde voor noord en oost Nederland komt neer op 30%. Regionaal zijn de verschillen enorm. In gemeenten als Lelystad en Montferland staat 45% van het aanbod al langer dan 3 jaar te koop. Gemeenten in noordoost Groningen kennen het hoogste percentage moeilijk verkoopbare woningen.
Altijd op de hoogte? Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief of like ons op Facebook